Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [29]Dit zullen wij hun doen, dat wij hen bij het leven behouden, [30]opdat geen grote toorn over ons zij, om [31]des eeds wil, dien wij hun gezworen hebben. 29. Te weten, wat vs.21 gezegd wordt. 30. Dat is, dat de HEERE vanwege zulke meinedigheid zich over ons niet vertoorne, en een plaag over ons zende, gelijk naderhand over Saul gekomen is, 2 Sam.21:1. 31. Te weten, indien wij denzelven verbraken.